De organisatie op een tossavond is als volgt
Je komt naar de baan en levert je spelerspasje in bij de tossmeister. De tossmeister stelt kwartetten samen, die samen drie kwartier dubbelen. Na de 1^e drie kwartier is er één kwartier pauze, zijn de spelerspasjes weer gehutseld en kun je een volgende ronde spelen met andere medespelers en andere tegenstanders.

De tossavond begint steeds om 19.00 uur. Maar je kunt ook om 20.00 uur of 21.00 uur instromen. Elke tossavond worden 3 rondes gespeeld. De laatste ronde eindigt om kwart over negen. Sommigen kiezen er echter voor om nog lekker wat langer door te spelen. Iedereen kan per ronde aangeven om de volgende ronde te stoppen of nógmaals een ronde mee te draaien. Een dringend verzoek van de tossmeister: als je van plan bent om aan het einde van een tossronde te stoppen, draai dan, nadat je bent ingedeeld en je hebt gekeken met wie en tegen wie je speelt en op welke baan, je kaartje om. Daarmee geef je te kennen dat je een volgende ronde niet meer meespeelt. Het is lastig voor de tossmeister wanneer dit pas na afloop van de wedstrijd wordt gemeld, omdat hij inmiddels alweer een nieuwe indeling heeft gemaakt voor de volgende ronde en noodgedwongen opnieuw moet beginnen.

Vooral voor nieuwkomers is tossen dé manier om snel mensen te leren kennen. En ben vooral niet bang dat je niet goed genoeg bent voor deze tossavonden. Spelers/sters die namelijk veel beter zijn dan jij worden op speelsterkte op een andere baan ingedeeld, daar zorgt de tossmeister voor. Je moet maar denken dat iedereen ooit heeft moeten beginnen met tennissen. Soms is het zelfs best prettig als iemand die al wat beter kan tennissen, met of tegen je speelt.

Op tossavonden gaan tossers vóór losse spelers. Het is maar dat u het weet, voor het geval dat alle banen dreigen vol te raken. Overigens hoeft een niet tosser dan natuurlijk niet teleurgesteld naar huis te gaan. Die besluit dan namelijk om gezellig méé te tossen. Voor velen nog steeds een openbaring

Tossen is er voor iedereen!